Slechtste idee van het jaar: Leeftijdgrens voor SmartPhones
- Mark Baars
- 2 days ago
- 2 min read
De oproep van ruim 1400 artsen en wetenschappers aan het kabinet om een wettelijke leeftijdsgrens in te stellen voor het gebruik van smartphones en sociale media door kinderen, heeft veel losgemaakt. Zij pleiten ervoor dat kinderen pas vanaf 14 jaar een eigen smartphone mogen hebben en pas vanaf 16 jaar toegang krijgen tot sociale media. De zorgen zijn duidelijk: van verslaving en mentale klachten tot slechtere fysieke conditie en bijziendheid. Maar is zo’n wettelijke grens wel de juiste weg? En wat zijn de risico’s van dit soort regelgeving?

Ouders blijven verantwoordelijk
Allereerst: ouders zijn en blijven altijd verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Het is begrijpelijk dat artsen zich zorgen maken over de impact van schermgebruik, maar het is aan ouders om hierin keuzes te maken. Net als bij voeding, bedtijd of zakgeld, hoort het begeleiden van mediagebruik bij het ouderschap. Een wettelijke leeftijdsgrens is alleen te handhaven met verregaande inbreuk op privacy en mag natuurlijk nooit de verantwoordelijkheid van ouders vervangen.
Buiten spelen
Als kind irriteerde me ik hier al mateloos aan. "Kinderen spelen niet genoeg buiten", hoor ik al sinds 1974. Ik hield (en houdt) niet van sport, voetbal en andere vervelende competitie. Lekker op zolder met een radiozender experimenteren en later het programmeren van home computers, was toen net zoiets als roken. Het mag niet, kan niet, is ongezond en dat soort uitspraken, zonder enige onderbouwing.
Angst voor nieuwe media: De geschiedenis herhaalt zich
De huidige discussie doet ook sterk denken aan de angst in de jaren 80 rondom televisie. Destijds werd er gewaarschuwd dat veel en dichtbij de tv zitten zou leiden tot “vierkante ogen”, slechte schoolprestaties en zelfs gedragsproblemen. Inmiddels weten we dat televisie geen onoverkomelijk probleem is geworden. De angst voor nieuwe technologie is van alle tijden, en vaak blijkt achteraf dat de risico’s genuanceerder liggen dan gedacht.
Privacy in het geding
Een belangrijk, maar onderbelicht risico van wettelijke leeftijdsgrenzen is het privacyvraagstuk. Als socialmediabedrijven en smartphonefabrikanten moeten controleren of een gebruiker minderjarig is, zullen zij om identificatie moeten vragen. Dat betekent dat ID-gegevens van alle gebruikers bij commerciële bedrijven terechtkomen. Dit is nu al grotendeels zo, maar het is aan iedereen zelf om deze gegevens al dan niet beschikbaar te stellen. BIj een verplichte leeftijdscheck, wordt het de standaard en verplicht.
Privacy-experts waarschuwen al langer voor de gevaren van leeftijdsverificatie via ID’s, omdat dit gevoelige persoonsgegevens blootstelt aan misbruik of hacking. Zie bijvoorbeeld de zorgen die in het Verenigd Koninkrijk zijn geuit rond leeftijdsverificatie voor toegang tot bepaalde websites, waarbij privacywaakhonden waarschuwen voor de risico’s van het verzamelen van ID-gegevens door private partijen (bron: BBC).
Conclusie
De zorgen van artsen zijn begrijpelijk en verdienen aandacht. Maar laten we niet vergeten dat ouders de primaire opvoeders zijn, en dat angst voor nieuwe media vaak overdreven blijkt. Bovendien brengt wetgeving rondom leeftijdsgrenzen serieuze privacyrisico’s met zich mee. In plaats van een wettelijk verbod, zou de focus moeten liggen op voorlichting, ondersteuning van ouders die het zelf niet kunnen en het stimuleren van gezond mediagebruik. Want opvoeden blijft mensenwerk – geen taak voor overheden.
Comments